In de tweede helft van de jaren ’90 reisden we drie à vier keer per jaar af naar de Elzas. De hele streek werd minutieus uitgekamd van noord naar zuid en terug. We waren zoals altijd op zoek naar nieuwe wijnen en ingrediënten voor het restaurant dat we toen bestierden. Langzamerhand begon de streek te voelen als thuis, als op bezoek bij familie.
We hebben het gevoel nooit uit kunnen leggen. Het was er gewoon. Het hoorde erbij zodra de plaatsnaam Strasbourg verscheen op de borden boven de snelweg. Het contact met de Elzassers die we mochten ontmoeten tijdens deze trips was allerhartelijkst. Het had meteen iets vertrouwds. Je deelde de liefde voor de streek met elkaar.
Het zal in het voorjaar van 1997 zijn geweest dat we op bezoek waren bij het wijnhuis Hugel in Riquewihr. Dit op uitnodiging van Etienne Hugel. We hadden hem ontmoet tijdens een proeverij van de Nederlandse importeur waar hij ons spontaan uitnodigde om het wijnhuis te bezoeken.
Na een rondleiding door de wijngaarden, kelder en het familiehuis liepen we naar de proefruimte om de wijnen door te gaan proeven. Ergens halverwege kwam toevallig Jean Hugel*, de pater familias, ons tegemoet. Hij zal toen zo’n 75 jaar zijn geweest. Gewend aan alle bezoekers keek hij nauwelijks op en bromde een plichtmatige begroeting. Na enkele passen draaide hij zich om, bromde wat, liep op ons af en zei ‘Vous êtes Alsaciens de coeur’ om zich vervolgens weer om te draaien en zijn weg te vervolgen. Zijn neef en ons in verbazing achterlatend.
Op dat moment begrepen we het gevoel. Elzasser ben je in je hart. En voor altijd.

*Jean Hugel (1924-2009) was actief in het opstellen van richtlijnen voor Alsace AOC en Alsace AOC Grand Cru en is door Tom Stevenson (wijnexpert) als volgt omschreven:
“The single most important person in the development of Alsace wine industry throughout the twentieth century”.